In de maanden maart en april van dit jaar is op twee plaatsen in de Bossche binnenstad archeologisch onderzoek gedaan naar de vestingwerken. Het gaat hierbij om een restant van het bastion Muntel langs de Aawal en de fundering van de waterpoort de Boom bij de ingang van de Binnenhaven aan de Oliemolensingel. | 63 |
AawalHet onderzoek langs de Aawal vond plaats op het terrein waar in de nabije toekomst nieuwbouwappartementen zullen worden gebouwd. De opgraving was vooral gericht op het terugvinden van de keermuur van het Bastion Muntel. Het doel was daarbij om de exacte ligging van deze muur en een aantal bouwtechnische aspecten te kunnen vastleggen.Tijdens de 80-jarige oorlog, aan het eind van de zestiende en het begin van de zeventiende eeuw, had 's-Hertogenbosch te kampen met aanvallen en belegeringen. In deze periode bleek dat de middeleeuwse stadsmuren sterk verouderd waren en ingrijpend aangepast moesten worden om weerstand te kunnen bieden aan het steeds zwaarder wordende geschut. Tijdens het Twaalfjarig Bestand (1609-1621) werden de vestingwerken dan ook uitgebreid volgens de nieuwste inzichten en voorzien van bastions. De bastions, vijfhoekige uitspringingen van de stadsmuur, werden op strategische punten aangelegd. Het Hinthamereind werd van twee bastions voorzien; bastion Hintham aan de zuidoost zijde en bastion Muntel aan de noordwest zijde. Het archeologisch onderzoek heeft plaats gevonden op het bastion Muntel, dat tussen 1614 en 1618 is aangelegd (zie: C.J. Gudde, 's-Hertogenbosch, geschiedenis van vesting en forten (1974) p. 109). De grondwaterstand was tijdens de opgraving erg hoog. De noordwest-zuidoost verlopende keermuur van het Muntelbastion werd wel aangetroffen, maar bevond zich onder de grondwaterspiegel. Door deze omstandigheden kon de opgraving niet optimaal uitgevoerd worden. Uit het onderzoek is gebleken dat het bastion aanvankelijk bestond uit een keermuur (bekledingsmuur) van een aarden wal. Onder aan de muur, langs de stadsgracht lag bovendien nog een laag talud (voorland). De situatie is vergelijkbaar met muren en wallen zoals die nu nog bij de Citadel te zien zijn. Opvallend was dat de muur, die weliswaar 1.20 m dik was, slechts een zeer ondiepe fundering had. Bovendien heeft men voor het bouwen van de muur uitsluitend gebruik gemaakt van hergebruikte stenen, waarvan de meeste gebroken waren. Het lijkt erop dat de stad 's-Hertogenbosch tussen 1614 en 1618 te | 64 |
weinig geld en goede materialen ter beschikking had om haar vestingwerken op een degelijke wijze te verbeteren. Dit is mogelijk ook de reden waarom al vrij snel, vermoedelijk in het midden van de achttiende eeuw, de keermuur grotendeels is afgebroken en vervangen door een aarden wal, die tot in de stadsgracht door liep. Deze aarden wal heeft er gelegen tot circa 1890. Toen was de vestingstatus van de stad inmiddels vervallen en werden de stadswallen geslecht. Bij Bastion Muntel werd de grond van de wallen in de stadsgracht geschoven zodat een strook grond van zo'n 20 m. werd gewonnen. Op deze strook werd vervolgens de straat de Aawal aangelegd. Oliemolensingelafb. 1. Onderzoek waterpoort, het linkergedeelte is de negentiende-eeuwse restauratie. Foto: Bouwhistorische en Archeologische Dienst 's-Hertogenbosch
Het onderzoek hier vond plaats voorafgaand aan de vernieuwing van de kademuren en stadsmuur aan de kop van de haven in het kader van de renovatie van de vestingwerken. Het doel was om de middeleeuwse fundamenten van de westelijke toren van de waterpoort de 'Boom' bloot te leggen en te onderzoeken.Oorspronkelijk bevond zich in de tweede stadsommuring de waterpoort die toegang gaf tot de haven. Uit historische bronnen is bekend dat in 1448 door het gemeentebestuur besloten werd om een nieuwe waterpoort te bouwen, nadat in de jaren daarvoor de toegang tot de haven was verlegd. Deze poort is bekend van een aantal plattegronden en aanzichten van de stad. Hieruit kan worden opgemaakt dat ze bestond uit twee hoge torens, verbonden door een soort loopbrug. Deze loopbrug verbond de weergang van de stadsmuur aan weerzijden van de waterpoort. Onder de brug door konden schepen de haven in en uit varen. De oostelijke toren van deze poort is in de vorige eeuw, bij het graven van de Zuid-Willemsvaart, geheel verdwenen. Over de precieze vorm van de torens en de manier van bouwen was niets bekend. Tijdens de opgraving kwamen de fundamenten tevoorschijn van de middeleeuwse toren. Het middeleeuwse metselwerk was bewaard gebleven tot ruim een meter boven het waterpeil van de haven. De toren was zeer zwaar gefundeerd; de muren waen ruim 2.30 m. dik en erg netjes gemetseld. Op grond van de afmetingen van de bakstenen en andere aanwijzingen kon worden vastgesteld dat de toren niet in 1448 kan zijn gebouwd, zoals de historische gegevens suggereren, maar zo'n 50 tot 100 jaar ouder moet zijn. Het is niet uitgesloten dat we hier met een restant van de oorspronkelijke waterpoort te maken hebben, die tegelijk is gebouwd met de tweede stadsommuring in de loop van de veertiende eeuw. De opgegraven toren heeft een hoefijzervormige plattegrond. De achterzijde was op de begane grond mogelijk voorzien van een boogvormige afsluiting. De achtergevel had in de oorspronkelijke opzet geen eigen fundering. In een later stadium is er wel een fundering aangelegd, die mogelijk bedoeld was voor een dichtzetting van deze boog. Uit zestiende-eeuwse afbeeldingen blijkt dat de achtergevel voorzien was van een trapgevel. Een probleem vormt het verschil tussen de archeologische en historische datering. Het is goed mogelijk dat bij de nieuwbouw in 1448 een gedeelte van de oude toren is hergebruikt en onder andere de achtergevel is gewijzigd. Aan de binnenzijde van de toren lag een grondpakket, dat hier gedeponeerd moet zijn aan het einde van de zestiende of het begin van de zeventiende eeuw. Dit hangt ongetwijfeld samen met de aanpassingen van de vestingwerken tijdens de Tachtig-jarige Oorlog. Ook historische bronnen wijzen in deze richting want het stadsbestuur besloot in 1591 de torens van hun spitsen te ontdoen. Vermoedelijk zijn de torens toen vol zand gegooid om hierop de zware kanonnen te kunnen plaatsen. In de negentiende eeuw is nogmaals rigoureus gesloopt aan de restanten van de poort. Hierbij is al het middel- | 65 |
eeuwse muurwerk tot ruim een meter boven het water vervangen. Deze negentiende-eeuwse muur zal wegens de zeer bouwvallige staat bij de komende renovatie worden gesloopt en vervangen. Uit dit onderzoek blijkt eens te meer hoe voorzichtig we moeten zijn bij het interpreteren van historische bronnen en welke extra informatie die combinatie van archeologische en historische gegevens kan opleveren. | 66 |
1995 |
Ronald van Genabeek, Eddie NijhofArcheologisch onderzoek van de Bossche vestingwerken's-Hertogenbosch 2 (1995) 63-66 |
|
1995 |
RedactieStuk stadsmuur bij Aawal teruggevondenBrabants Dagblad woensdag 12 april 1995 |
|
2008 |
Rianneke HuibersSoms is de tijd niet genadig geweestBrabants Dagblad dinsdag 18 november 2008 |